1 |
· gletsteschoot
|
2 |
· gletstegleed (uit, van uitglijden) Uitgletsen, gletste uit “Gletste” komt niet voor zonder “uit” erbij. Het werkwoord is uitgletsen. Uitglijden dus. Niet zoals glijden. Bestaat enkel als uitglijden: uitgletsen., Het gletste: het was glad
|
<< · verschoeperen | · op een ander >> |